Zelden was het Nederlandse landschap zo mooi als tussen 10 en 14 februari 2021. Honderden blije gezichten op dunbesneeuwd ijs tussen goudgeel riet. Witte weilanden, open en uitgestrekt onder een onverstoorde winterblauwe lucht. Tienduizenden trekvogels in de uiterwaarden, gekwetter en gegak tussen fonkelende ijsformaties, schots en scheef en gelaagd na gestaag gezakt hoogwater. Terwijl ik aan het schaatsen en en wandelen was door het wonderlijke winterland moest ik denken aan de motie-de Groot/Bromet. Op een prachtige plek in het waterland, de uiterste punt van een landtong op de kruising van de rivier de Lek en het Amsterdam-Rijn kanaal, voor driekwart omringd door snelstromend rivierwater, stelde ik mezelf de vraag die me al een tijdje bezig houdt: wat moet de kern zijn van het antwoord op deze motie; wat is het allerbelangrijkste?
Versterk de dijk, versterk de natuur
Vanuit de zorgplicht verdienen dijken doorlopend aandacht: aandacht voor dijksterkte én voor natuurwaarde. Als we de...